Inleiding
Scouting is in 1907 door Robert Baden-Powell opgericht in Engeland. In 1911 startte de eerste groep in Nederland en ook de eerste groep in Utrecht. De eerste zeeverkennersgroepen ontstonden in 1912, in 1919 was de Jan Ellermangroep de eerste zeeverkennersgroep van Utrecht.
In 1937 werd de Tuindorpgroep opgericht, welke in 1938 het groepsnummer 16 kreeg en in 1939 verder ging als Wilhelminagroep. Tot 1945 was het een landverkennersgroep, vanaf 1945 een zeeverkennersgroep. Tussen 1973 en 1977 is de Flevogroep geleidelijk gefuseerd met de Wilhelminagroep, de Flevogroep was in 1939 direct gestart als zeeverkensters-groep. Sinds 1939 luidt de groepsspreuk: “Wijkt voor geen tegenspoed!”
1937-1945
De Tuindorpgroep ontstond op 11 september 1937 omdat op die dag de heren G.J. Buysing Damsté (eerste groepsleider) en A.P.J. van de Burg (verkennersleider) de groep inschreven bij het Utrechtse district van de Nederlandse Padvindersvereniging (N.P.V.). In december 1937 vond het eerste kamp van 2 nachten plaats met 9 leden.
Begin 1938 werd de Irenehorde (welpen van 7 tot 10 jaar) toegevoegd aan de groep en in juli 1938 werd het eerste groepsgebouw aan de Gageldijk (Utrecht-Noord) geopend en bestond de groep reeds uit 11 welpen en 28 verkenners (Patrouilles: Koekoeken, Eekhoorns, Vossen, Houtduiven en Herten). Ook vond in 1938 het eerste zomerkamp plaats met 17 jongens in Strijbeek, Noord-Brabant. In 1939 werd vervolgens de Willem van Oranjestam (oudere leden vanaf plm. 18 jaar) opgericht. Uit 1939 zijn ook de eerste exemplaren van ons groepsblad “Blijft één!” bewaard gebleven. (zie hier) In 1945 en 1946 is dit groepsblad ook regelmatig uitgekomen. Begin 1940 werd de Gageldijk verlaten voor een gebouw aan het Visschersplein 3, Utrecht-Centrum. De padvinderij werd in 1941 in de Tweede Wereldoorlog verboden, maar het lukte de groep wel regelmatig bijeen te komen (als vriendengroep, zonder uniform etc.) Zo werden er cursussen voor EHBO en jiu-jitsu georganiseerd, wandeltochten en zelfs kleine zomerkampjes. Ondertussen waren de kampeerspullen verstopt in een werfkelder onder de Smeebrug.
1945-1955
Na de bevrijding in mei 1945 pakte de groep de activiteiten voortvarend op: Vanaf juni werden weer opkomsten georganiseerd voor de diverse speltakken. Hiervoor kon vanaf dit moment gebruik gemaakt worden van het voormalige Biltstraatstation in Utrecht-Oost. Ook werd in 1945 de naam veranderd in Wilhelminagroep, omdat inmiddels de meeste leden niet meer uit Tuindorp kwamen, maar uit de wijken rond het Wilhelminapark.
Daarnaast ging de groep in 1945 officieel verder als zeeverkennersgroep, en werd een eerste schip verworven: de Prins Willem (op dat moment nog een houten 8-persoons-roeisloep). Daarmee werd in de zomer van 1945 al een eerste zomerkamp gehouden in Poederoyen bij Slot Loevesteijn met wel 43 deelnemers. In 1946 waren er in totaal 113 leden: 24 welpen,62 verkenners (in 2 troepen: de Egginktroep: bakken Zeemeeuwen, Futen, Otters en Reigers en de Nassautroep: bakken Zwaluwen, Kieviten, Zeehonden, Meerkoeten), 10 stamleden en 6 leiders. In 1946 volgde schipper (Cor) Eweg schipper (Bert) Van de Burg op.
In 1947 kwamen er meer boten bij: een Engelse jol met zeiltuig (“Watergeus”), een roeisloep met zeiltuig (“Prins Maurits”) en een kajuitsloep met zeiltuig (“Lumey”). In 1949 werd de Prins Willem omgebouwd tot zeilsloep en werden de roeisloep Prins Frederik en de roei-zeilsloepen Prins Frederik & Prins Hendrik aangekocht. In 1950 volgde de roei-zeilsloep Prins Philips. (NB alle schepen waren nog 100% van hout!)
In 1950 was de gehele Wilhelminagroep present op het 1e Nationaal Waterkamp (NaWaka) in Terherne, Friesland.
In 1947 kreeg de Wilhelminagroep de beschikking over een opslagloods (‘nissenhut’) bij de Noordersluis, waar de groep tot 1968(?) haar opkomsten zou gaan draaien. Ook de andere 3 Utrechtse zeeverkennersgroepen hadden daar hun boten liggen. Het gezamenlijke terrein heette “De Werf”. Geroeid en gezeild werd er vooral óp het Amsterdam-Rijnkanaal(!). In 1951 kocht de groep haar eerste (houten!) motorboot (“ ’t Hijgend Hert”), in 1952 werd de vloot uitgebreid met de roei-zeilsloep “Prins Jan (Willem Friso)”.
Het Biltstraatstation werd in 1953 verlaten, de boten hebben deze jaren ook in een werfkelder gelegen en bij de Wartburg (“het sluisje van de Oude Rijn bij De Meern”.)
Eind 1946 werd een tweede welpenhorde opgericht: de Marijkehorde (apart groepsnummer 33). Deze tweede horde heeft tot eind 1972 bestaan. De beide hordes kwamen in eerste instantie (ook) bij het Biltstraatstation bijeen, vanaf 1952 in een werfkelder onder de Lijnmarkt. Vanaf 1947 werden er door beide hordes jaarlijkse zomerkampen georganiseerd. In 1955 kreeg de Wilhelminagroep toestemming (van de Minister van Oorlog) voor het gebruik van een stuk terrein naast fort Lunet 1 tussen de Koningsweg en de Kromme Rijn. In 1956 werd daar door de Wilhelminagroep het eerste gebouw (het “Hordehol”) neergezet. De beide hordes gingen hier hun opkomsten draaien (in 1962 de Marijkehorde op woensdagmiddag en de Irenehorde op zaterdag).
In 1960 brandde een groot deel van het Hordehol af, waardoor er een jaar lang opkomsten gedraaid moesten worden in een werfkelder aan de Oudegracht (onder drukkerij Bos bij het Wed). In 1965 werd toestemming gevraagd en gekregen om de sloot die vóór de wal lag bij het Hordehol, te dempen, waardoor er een mooi speelterrein ontstond. In 1965 waren er 20 welpen bij de Irenehorde en 10 bij de Marijkehorde.
Naast de zomerkampen werd natuurlijk nog aan vele andere terugkerende activiteiten deelgenomen. Zo werd er in 1948 al een kamp met Pinksteren georganiseerd en in 1947, 1949 en 1950 een kerstkamp. Andere jaarlijkse activiteiten waren Heitje voor een karweitje, de St. Jorisviering en de Totemjacht, Rimboejacht en Winterjacht bij de welpen. Als financiële actie verzorgde de groep van 1948 tot en met 1982 de programmaverkoop bij de Varsity. (de studentenroeiwedstrijden op het Amsterdam-Rijnkanaal)
1955-1965
In 1955 waren er 5 jongensbakken: Meerkoeten, Kieviten, Futen, Zwaluwen en de seniorenbak Jan van Genten. In 1965 kwam de Zeehondenbak in plaats van de Zwaluwenbak, in 1972 kwam de Albatrossenbak erbij.
Vanaf 1958 wordt er gestart met een nieuw groepsblad, het Leioog. (zie deze link) Met veel verhalen, verslagen van opkomsten en kampen en natuurlijk veel wist-je-datjes. Het (vooralsnog) laatste Leioog is in 2015 verschenen, ingehaald door het nieuwe digitale tijdperk. Uit 1973 stammen de eerste kampkranten, die tijdens zomerkampen dagelijks geproduceerd werden. (zie hier voor kampkrant uit 1979) In eerste instantie met een stencilmachine die ’s-nachts met de hand gedraaid kon worden, later via kopiëren in de supermarkt waar boodschappen werden gedaan.
In 1959 schafte de groep de eerste stalen boot aan: de lelievlet Prins Hendrik (98). In 1960 volgde de lelievlet Prins Philips (134). In 1962 volgden de lelievletten Prins Jan (226) en Prins Maurits (235). De houten Prins Alexander was toen nog aanwezig, evenals de houten Prins Willem.
De leiding van de zeeverkenners had in 1964 afscheid genomen van motorboot ’t Hijgend Hert en varen, al dan niet voorzien van een buitenboordmotor, met de bakken mee. In 1968 laat de groep een nieuwe stalen sleepboot bouwen: de Nassau II.
In 1962 werd het 25-jarig bestaan van de groep gevierd en toen werd reeds actie gevoerd om een eigen gebouw op “De Werf” bij de Noordersluis te kunnen plaatsen. Dit gebouw werd gerealiseerd en geopend in 1965 en kreeg als naam “’t Baken“. Op dat moment waren er 36 welpen, 27 zeeverkenners, 5 loodsen plus leiding en bestuur.
Vanaf in ieder geval 1962 (tot nu) doet de groep mee aan de districts-zwemwedstrijden, waarmee vele medailles en de wissel-scheeps-(bar-)bellen gewonnen zijn.
In 1961 en 1965 nam de Wilhelminagroep deel aan de Nationaal Waterkampen (NaWaKa’s) in Nieuwkoop. In ieder geval vanaf 1962 wordt regelmatig aan de Nationale Bakswedstrijden deelgenomen, de Meerkoeten waren in 1972 zelfs winnaar van deze Bakswedstrijden.
1965-1975
Omdat Rijkswaterstaat een nieuw gemaal ging bouwen, moesten alle vier de zeeverkennersgroepen in 1968 het terrein bij de Noordersluis verlaten. De zeeverkennersgroepen konden in 1969 een nieuw (tijdelijk) gebouw aan de ‘Ballastput/Ballasthaven’ aan het Amsterdam-Rijnkanaal plaatsen, maar hier moest de groep in 1971 al weer weg. Van 1971 tot 1975 werden de opkomsten gehouden in een werfkelder aan de Oudegracht (onder nr. 386) aan het eind van de Twijnstraat. Deze werfkelder aan de Oudegracht heeft nog lang dienst gedaan voor opslag, tot 1989.
Vanaf ongeveer 1970 werden er steeds meer kampen georganiseerd. Basiskampen op Loosdrecht en later bij Maurik, Paaskampen (van 1972 tot 1997) en Herfstkampen vanaf 1974 tot heden.
Vanaf 1970 worden er jaarlijks tussen de zeeverkennersgroepen in Midden Nederland wrik-, roei- en zeilwedstrijden gehouden. Eerst als kamp in Culemborg tijdens de herfstvakantie, later tijdens Pinksteren. Deze Pinksterkampen van de Admiraliteit “Neerlands Midden” worden in 2022 nog steeds georganiseerd.
Ook vanaf in ieder geval 1970 werd meegedaan aan de Kosharetrails (nachtelijke dropping-wandeltocht). De Wilhelminagroep heeft hier de afgelopen jaren ook nog aan mee gedaan.
Tot nog toe gaat deze hele geschiedenis (met uitzondering van enkele welpen-leidsters) volledig over jongens. Er waren echter al vele jaren goede contacten met de waterpadvindstersgroep Flevo, zo ging het kader van de Wilhelminagroep in 1958 reeds naar een soort try-out van een voorstelling van de Flevogroep en zeilde de leiding van de Flevogroep op het NaWaKa van 1961 mee op de Prins Willem. In 1972 brandde het gebouw van de Flevogroep af en is de Flevogroep samen met de Wilhelminagroep opkomsten gaan draaien en vanaf 1973 gezamenlijk op kampen gegaan. In 1973 waren er ongeveer 35 Wilhelmina-jongens zeeverkenners die samen opkomsten gingen draaien met ongeveer 10 Flevo-meisjes. In eerste instantie bleven de jongensbakken van Wilhelmina de Nassautroep/Nassauwacht heten, en de meisjesbakken de Flevotroep/Flevowacht. Per 1 januari 1977 is de Flevogroep formeel toegetreden tot de Wilhelminagroep.
De Flevogroep nam 4 stalen boten mee: de lelievletten IVAG (334-uit 1965) en TONO (704-uit 1973) en de roei-/wrikvletjes “Prins Friso” (voorheen “Watergeus”?) en de “Albatros” (beiden uit 1970).
Ondertussen had de Wilhelminagroep zelf in 1973 ook 2 extra lelievletten aangeschaft: de Prins Alexander (702) en de Prins Frederik (703).
1975-1990
In 1975 wist de groep een nieuw gebouw te plaatsen aan de Liesbosweg, tussen het voormalige ‘BeFu-terrein’ en de oude steenfabriek, aan het Merwedekanaal. Omdat het omliggende terrein niet afgesloten was, lagen de boten in het vaarseizoen vanaf plm. 1983 op de zuidpunt van Rivierenwijk, waar de andere zeeverkennersgroepen van De Werf een plek hadden gevonden. ’s Winters lagen ze naast het gebouw, waar de jongeren uit de buurt dus regelmatig overheen liepen.
In 1975 waren er acht zeeverkennersbakken: Futen, Kieviten, Meerkoeten, Zeehonden, Zwaluwen, Albatrossen, Geuzen, Piraten.
In 1975 stopt Jaap van Arkel als groepsschipper, die in 1958 schipper was geworden. Ook stopte Ineke Desplanque in dit jaar, die vanaf 1952 akela van de Irenehorde was.
In 1978 werd in opdracht de sleepvlet Nassau III gebouwd en gekocht, welke in 2022 nog in gebruik is. Overigens wel met inmiddels de 6e(?) motor. Ook werd de lelieschouw, de Prins Constantijn (67) aangeschaft. Deze laatste werd de boot voor de matrozen van de Wilde Vaart, welke oudere speltak in 1975 (her)opgericht was. De loodsen van de Oranjestam verkenden Nederland met de Prins Willem.
De Marijkehorde hield eind 1972 op te bestaan, de Irenehorde ging door en groeide naar 27 welpen in 1978. In de jaren tachtig daalde het aantal leden echter naar slechts 7 in 1981. Dat was blijkbaar het moment om ook voor het eerst meisjes uit te nodigen voor de welpen, en dat lukte! In december 1982 waren er 6 meisjes en 6 jongens bij de Irenehorde.
Helaas brandde in 1984 wel het Hordehol geheel af, maar gelukkig kon in 1985 een nieuw Hordehol geopend worden.
Tussen 1982 tot juli 1983 is de houten Prins Willem omgebouwd in een polyester Prins Willem.
In 1983 waren er naast de Wilde Vaart en de Oranjestam 6 zeeverkennersbakken: Futen, Kieviten, Meerkoeten, Zeehonden, Geuzen, Piraten. In 1985 kwamen de Boekaniers erbij en in 1986 kwamen de Zwaluwen terug. Begin 1986 waren er 16 welpen, 49 zeeverkenners, 11 WV-leden, 18 loodsen, 9 stafleden en 8 bestuursleden.
Nadat in de jaren zeventig het aantal kampen was opgevoerd, werden in de jaren tachtig diverse jaarlijks terugkerende andere activiteiten gestart:
Vanaf 1981 eindejaarsgroepsdagen, waarbij het groepsgebouw in thema volledig werd omgetoverd: een kasteel, een western-saloon, een strand, space, een romeinse villa of een olieboortoren. Vanaf 1991 tot heden zijn hier groepsweekenden in januari of maart voor in de plaats gekomen, welke ook regelmatig in België zijn gehouden.
In 1984 neemt de Wilhelminagroep voor het eerst deel aan de sloepenroeiwedstrijd van Harlingen naar Terschelling tijdens Hemelvaart. Meestal met één roeisloep (de Stien, later de Freeke), soms met een tweede (de Aeolus). Ook werd meestal tijdens dit evenement met de Prins Willem (en soms de Aeolus of de Freeke) meegedaan aan de Sagitta sloepenzeilrace op de Waddenzee. In 2005 is voor de laatste maal deelgenomen aan dit evenement.
In 1985 organiseert de Wilhelminagroep voor het eerst de landelijke roeiwedstrijden voor zeeverkenners, de Merwede Trinity Cup in een weekend in september. Dit evenement is zo succesvol, dat daar in 2002 een aparte stichting voor opgericht wordt. Organisatie en medewerkers blijven echter tot aan de laatste MTC in 2018 vooral uit leden en oud-leden van de Wilhelminagroep bestaan.
Daarnaast nog Ardennensurvivals tussen Oud & Nieuw, Jamboree-On-The-Air’s (JOTA’s) en nog veel meer.
Eind jaren tachtig wordt de vloot uitgebreid met de Prins Floris (1186-in 1987) en de Prins Bernhard (1262-in 1990).
1990-2000
Vanaf begin jaren tachtig moesten er aan ’t Baken aan de Liesbosweg steeds meer reparaties plaatsvinden, deels door regelmatige inbraken. Tegelijkertijd was de gemeente Utrecht plannen voor het gebied aan het ontwikkelen, o.a. omdat de “steenfabriek De Liesbosch” gesloten was. De gemeente Utrecht sprak reeds in 1981 uit dat de Wilhelminagroep op termijn zou kunnen verhuizen naar de huidige locatie (dus aan de andere kant van de steenfabriek, naast de studentenroeiverenigingen). In 1988 werd de eerste paal geslagen voor het huidige Baken, wat in 1989 werd geopend. Op dat moment hadden we nog twee keer zoveel terrein tot onze beschikking, in 1995 werd het gebouw van de roeiverenigingen uitgebreid en moesten we veel terrein inleveren. Het oude Baken aan de Liesbosweg heeft nog een tijd als opslagruimte gefunctioneerd en is uiteindelijk in 1991 gesloopt.
In 1992 werd een nieuwe speltak opgericht: de Orca’s. Deze 10-11-jarigen-bak met leiding aan boord zorgde er voor dat de overgang van de welpen naar de zeeverkenners geleidelijker ging. De Orca’s bestaan in 2022 nog steeds. Dit kwam ook duidelijk het ledenaantal ten goede; was het ledenaantal vanaf 1987 gedaald van 118 naar 89 in 1992, daarna steeg het weer naar 125 in 1995. Begin 1995 waren er 25 welpen, 14 Orca’s, 36 zeeverkenners, 9 WV-matrozen, 17 loodsen, 18 stafleden en 8 bestuursleden. Helaas daalde daarna het ledental weer naar 72 begin 1999.
Niet onvermeld mag blijven dat in 1997 Willem Hendrikse stopte als groepsschipper. Misschien is hij wel degene geweest die het langste actief lid is geweest, want hij begon in 1962 als welp, werd stuurman in 1970, schipper van 1976 tot 1990 en groepsschipper van 1978 tot 1997: dus 35 jaar.
Eind 1995 werd geconstateerd dat het gebouw van de welpen (Hordehol) aan de Koningsweg op zijn eind liep. In 1998 kon de opdracht worden gegeven voor het slopen van het gebouw en het neerzetten van een nieuw Hordehol, wat in 1999 werd geopend. Dit gebouw staat in 2022 er nog steeds, wel is er in 2011 een aantal meter aangebouwd.
In de jaren negentig vond nagenoeg elk jaar plaats: een groepsweekend, een paaskamp, een HT-roeiwedstrijd, een pinksterkamp, een zomerkamp varend, een zomerkamp voor de welpen, de MTC-roeiwedstrijden, een herfstkamp, een stadsroeitocht-met-toneelstukjes (later bingo) en werd er deelgenomen aan de districts-zwemwedstrijden en aan de Kosharetrail. In 1989 nam de gehele groep deel aan het NaWaka in Roermond, ook is enkele jaren een specifiek weekend-kamp georganiseerd voor vaders of voor moeders van leden. In 1995 namen veel staf- en stamleden deel aan de WereldJamboree, die dat jaar in Dronten in Nederland werd gehouden. Ook bijzonder was het organiseren van een 24-uurs-roeimarathon in 1996 als sponsoractie. Hierbij lukte het om gedurende 24 uur lang een vlet rondjes Oudegracht-Singel te laten roeien. Met steeds wisselende bemanningen van zeeverkenners tot bestuursleden en oud-leden.
Ook bijzonder was dat in 1997 voor het eerst na 51 jaar een zomerkamp niet aan het water met boten werd gehouden, maar in een kasteel in de Belgische Ardennen (NB er werd wel gekanood op de Lesse.)
2000-2022
In 2002 zijn de Welpen ‘veranderd’ in Dolfijnen en ging het Hordehol verder als “De Golf”. Scouting Nederland had namelijk een specifiek spelprogramma en verhaal voor ‘waterwelpen’ ontwikkeld. In 2010 is Scouting Nederland landelijk weer afgestapt van dit specifieke spelprogramma, maar bij de Wilhelminagroep zijn het in 2022 nog steeds Dolfijnen. Om het waterkarakter van de Dolfijnen af te maken, zijn er in 2010 acht polyester kayaks en de Prins Friso op “De Golf” gekomen.
In 2005 kwam er feitelijk opnieuw een nieuwe speltak bij, een tweede loodsengroep naast de Oranjestam, te weten de Christinavloot.
De groep bleef vanaf 2000 structureel doorgroeien in ledenaantal: van 65 in 2000 tot een nieuw ‘record’ van 158 in 2021!
Als gevolg hiervan werd de vloot gestaag uitgebreid met nieuwe lelievletten: in 2005 de Prins Claus (1552), in 2009 de Prins Jan II (1620), in 2011 de Prins Alexander II (1531), in 2012 de IVAG II (1937), in 2013 de Prins Claus-Casimir (1588), in 2014 de Prins Maurits II (1733) en de Prins Pieter-Christiaan (1734) en in 2016 de Prins Hendrik II (1745). Tegelijkertijd werd in deze jaren langzaam afscheid genomen van de oudste vletten, de 98, de 134, de 226, de 334 en de 702 en de 67 (de lelieschouw).
Ook werd in 2019 met pijn in het hart afscheid genomen van de Prins Willem na 74 jaar: de Prins Willem was na 30 jaar opnieuw toe aan volledige restauratie, maar het lukte niet om daar nog voldoende animo binnen de Wilhelminagroep voor te vinden. Gelukkig wilde een zeeverkennersgroep uit Amersfoort graag de uitdaging aan om de Prins Willem (als het goed is) een vierde leven te geven.
Qua activiteiten was het laatste paaskamp in 1997 omdat de paasvakantie landelijk werd vervangen door een meivakantie, de laatste HT-deelname in 2005 en het laatste MTC-evenement in 2018. Vanaf 2005 wordt bijna jaarlijks een stafweekend gehouden en werd in 2016 en 2018 weer deelgenomen aan de Landelijke Zeilwedstrijden van Scouting Nederland.
In 2015-2016 is het huidige Baken volledig verbouwd en twee keer zo groot geworden. Met deze uitbreiding zijn de zeecontainers voor de opslag van kampeermateriaal, botenmateriaal en technisch materiaal vervangen en kan er eindelijk(!) binnen bootonderhoud plaatsvinden.
Helaas konden in 2020 en 2021 door de corona-pandemie veel kampen niet door gaan. Begin 2021 bestaat de groep uit een record van 158 leden: 26 dolfijnen, 13 Orca’s, 48 zeeverkenners, 13 WV-matrozen, 5 loodsen, 20 stamleden, 19 stafleden en 14 bestuursleden. En waren er de volgende bakken: de meisjesbakken Batavieren, Geuzen, Piraten, en de jongensbakken Futen, Kieviten, Meerkoeten, Zeehonden en Zwaluwen. Na de zomer van 2021 kwam daar de Boekaniersbak weer bij!.